Aanpassing bekostigingsbedragen 2023 na prijsbijstelling van 11,7%

De bekostiging van het primair onderwijs kent een tweetal indexaties. Een indexatie van de loongevoelige bekostiging en een indexatie van de prijsgevoelige bekostiging. De indexatie van de prijsgevoelige bekostiging, op basis van de wettelijk verplichte jaarlijkse prijsbijstelling, is voor het kalenderjaar 2023 vastgesteld op 11,7%. Hierin is ook de (verwachte) ontwikkeling van energielasten meegenomen.

De indexatie van de loongevoelige bekostiging (op basis van de referentiesystematiek) werd tot en met 2022 toegepast op de personele bekostiging. De indexatie van de prijsgevoelige bekostiging werd tot en met 2022 gehanteerd voor het indexeren van de materiële bekostiging. Met de
vereenvoudiging van de bekostiging worden de bedragen voor personele bekostiging en materiële bekostiging samengevoegd. Maar voor het bijstellen van de bekostiging wordt nog steeds uitgegaan van deze twee verschillende indexeringen. Daarbij wordt uitgegaan van de volgende verdeling, die gebaseerd is op de uitgekeerde OCW bekostiging in 2022:

  • Loongevoelig (L): 89,15%
  • Prijsgevoelig (P): 10,85%


Dit betekent dat de bekostigingsbedragen van de 1e regeling bekostiging 2023 die begin september door de PO-Raad zijn gepubliceerd, worden opgehoogd met 1,27% (11,7% * 10,85%). Deze verhoogde bekostigingsbedragen vind je in de tool vereenvoudigde bekostiging. Op korte termijn worden ook de begrotingsmodellen aangepast met de nieuwe bedragen. OCW verwerkt de nieuwe bedragen in de eerste regeling bekostiging 2023, die in december wordt gepubliceerd. De tweede en definitieve regeling bekostiging 2023 wordt na de zomer 2023 gepubliceerd. Dan worden de bekostigingsbedragen ook aangepast aan de hand van de indexatie van het loongevoelige deel van de bekostiging, op basis van de referentiesystematiek 2023.


Berekening hoogte baten begroting 2023
Met deze nieuwe bedragen hebben schoolorganisaties alle bekostigingsinformatie voorhanden voor hun begroting 2023. Maar let op: de huidige cao loopt tot en met 30 april 2023, en anticipeert op de indexatie van de bekostiging in 2023 die pas in de loop van volgend jaar wordt gepubliceerd en uitgekeerd. Om een reëel beeld van de begroting te krijgen, zullen schoolorganisaties in hun begroting aan de lastenkant veelal uitgaan van deze meest recente cao. Omdat voor deze cao ook een deel van de ruimte voor 2023 is gebruikt, zal ook aan de batenkant van de begroting rekening moeten worden gehouden met deze cao.

Voor deze cao wordt gerekend met een indexatie van 1,6% voor 2023. Daarom wordt geadviseerd om ook de batenkant te verhogen. De bekostiging kent echter per 1 januari 2023 geen onderscheid meer tussen personeel en materieel. Vandaar dat ook hier wordt uitgegaan van de verdeling loongevoelig en prijsgevoelig van 89,15% staat tot 10,85%. Dit zou betekenen dat in de begroting uitgegaan kan worden van het opplussen van de bekostigingsbedragen 2023 met ca. 1,4% (1,6% * 89,15%)

 

Voor meer informatie over de kosten van deze CAO in relatie tot de bekostiging, zie: De bekostiging van de cao po 2022-2023 | Een technische uitleg – Ledenportal PO-Raad (mijnporaad.nl).

 

Bron: PO-Raad

Q&A met uitleg vereenvoudiging bekostiging 2023

Vanaf januari 2023 wordt de bekostiging van het primair onderwijs vereenvoudigd. Aanleiding voor deze eenvoudiger bekostigingsystematiek is het feit dat het huidige systeem als complex, sturend en lastig voorspelbaar wordt ervaren. Om goed op de hoogte te worden gebracht van de vereenvoudiging van de bekostiging, wordt geadviseerd om deze veelgestelde vragen en antwoorden door te nemen. Deze worden tweewekelijks geactualiseerd.

 

  • Meer informatie over de vereenvoudiging van de bekostiging staat hier.
  • Staat je vraag over vereenvoudiging bekostiging er niet tussen? Mail deze dan  naar vereenvoudiging@poraad.nl.

 

Bron: PO-Raad

Financiële overzichten op InSite

In de afgelopen periode hebben wijzigingen plaatsgevonden die van invloed zijn op het resultaat over 2022 ten opzichte van de vastgestelde begrotingen. Het gaat om de volgende wijzigingen:

  • De belangrijkste wijziging is de per 1 januari met terugwerkende kracht doorgevoerde CAO voor het Primair Onderwijs in verband met het dichten van de loonkloof tussen PO en VO en ook de aanpassing in juli vanwege de prijsaanpassing van de CAO voor het Voortgezet Onderwijs die 1-op-1 doorwerkt in de CAO voor het Primair Onderwijs.
  • Daarbij speelt de (onlangs vastgestelde) premievrijstelling voor het Participatiefonds over de periode augustus tot en met december
  • Verwerking van de afboeking van de vordering op het Ministerie van OCW
  • Vanwege de modernisering van het Participatiefonds zal per 31/12/2022 een voorziening moeten worden gevormd voor uitkeringskosten.


Deze wijzigingen zijn dus van invloed op het resultaat ten opzichte van de vastgestelde begrotingen (en budgetten) voor het kalenderjaar 2022. Daarnaast zorgt het proces van het vaststellen van de bekostiging door het Ministerie van OCW voor ruis op de lijn als het gaat om het volgen van de voortgang van de cijfers op InSite.

 

Effect op de financiële overzichten op InSite
De financiële overzichten op InSite geven op dit moment een juist beeld op basis van de nu bekende informatie, maar dat beeld is negatiever dan nodig is.

  • De beide CAO-verhogingen zijn wel in het resultaat verwerkt en de aanpassing van de bekostiging door het Ministerie van OCW nog niet. De definitieve bekostiging 2021-2022 wordt in september gepubliceerd en ingelezen. De verwerkte en aangepaste bekostiging 2022-2023 wordt in oktober gepubliceerd en kan pas ook dan worden ingelezen. Hierna zullen de effecten zichtbaar worden op de financiële overzichten op InSite. Dit zal positief gaan uitwerken op het resultaat.
  • In augustus vindt de uitbetaling van de bindingstoelage plaats, waarvoor dit jaar (dus) geen reservering is opgebouwd.
  • Over de maanden augustus-december is er de premievrijstelling voor het Participatiefonds waardoor de afdracht aan het Participatiefonds verminderd. Dit heeft een positieve uitwerking op het resultaat.
  • De afboeking van de vordering op OCW (verwerkt in de bekostiging van augustus-december, of bij de jaarrekening) zal eind 2022 worden verwerkt in de jaarcijfers.
  • Indien van toepassing zal een voorziening voor uitkeringskosten gevormd moeten worden.


Fluctuatie resultaat op financiële overzichten
Door alle wijzigingen zal het resultaat de komende maanden behoorlijk kunnen fluctueren en ook de prognose van de loonkosten zal niet helemaal zuiver (kunnen) zijn. Sowieso zullen de baten en (personele) lasten door de wijzigingen aanzienlijk afwijken van de begrote (gebudgetteerde) bedragen. Concent zal dit zo goed mogelijk toelichten en waar mogelijk in de cijfers verwerken.


Chronologisch

Juni: Uitbetaling 1e CAO-aanpassing met terugwerkende kracht per 1-1-2022
Juli: Uitbetaling 2e CAO-aanpassing, inclusief eenmalige uitkering
Augustus: Uitbetaling bindingstoelage
September: Publicatie en verwerking definitieve bekostiging 2021-2022
Oktober: Publicatie en verwerking aangepaste bekostiging 2022-2023 (augustus tot en met december)
December: Vorming voorziening uitkeringskosten in verband met modernisering Participatiefonds
Augustus tot en met december: Geen premie Participatiefonds en Verwerking afboeking vordering OCW in bekostiging

Wat betekent de nieuwe EU-richtlijn Transparante arbeidsvoorwaarden voor scholen?

Onlangs is de Europese richtlijn Transparante arbeidsvoorwaarden in werking getreden. Deze richtlijn beoogt de inhoud van het werk vooraf transparanter en beter voorspelbaar te maken. De richtlijn leidt tot een aantal wijzigingen en uitbreidingen in de Nederlandse wet. Onder andere ten aanzien van informatievoorziening over werktijd, kosteloze scholing en nevenwerkzaamheden. Speciaal voor HR-professionals en andere geïnteresseerden heeft de Juridische Helpdesk van de PO-Raad een samenvatting gemaakt. 

 

Meer info? Download de samenvatting

 

bron: PO-Raad

Premieprognose ABP 2023 bekend

De premieprognose voor 2023 is bekend. Op basis van deze prognose daalt de premie op totaal niveau licht. ABP verwacht dat de totale pensioenpremie voor werkgevers daalt. Voor de werknemers stijgt het aandeel in de totale pensioenpremie.De premie van het ouderdoms- en nabestaandenpensioen stijgt naar verwachting van 25,9% naar 29,1%, maar de premie voor de VPL-regeling (dit jaar 3,0%) vervalt. De premie voor het ABP ArbeidsongeschiktheidsPensioen blijft naar verwachting gemiddeld op 0,76%.

 

Waarom stijgt de premie ouderdoms- en nabestaandenpensioen?
Pensioenen worden op basis van de huidige regeling steeds duurder. Dit komt door de lagere verwachte toekomstige rendementen. Omdat het opbouwpercentage gelijk blijft, is er meer premie nodig om de pensioenen te financieren. In 2020 werd besloten de premie in 3 jaar stapsgewijs te verhogen.

 

VPL-premie eindigt
De stapsgewijze stijging van de premie werd in 2022 uitgesteld naar 2023. Dat betekent wel dat de premie voor het ouderdoms- en nabestaandenpensioen in 2023 in één keer aanzienlijk stijgt. Maar omdat de VPL-regeling eindigt, wordt de totale premie die werkgevers betalen lager. Voor werkgevers komt de premieverlaging neer op € 55,- bruto voor een werknemer met een bruto maandinkomen van € 3.500,-.

 

Uw werknemer gaat meer betalen
Als werkgever betaalt u straks naar verwachting minder premie. Uw werknemer gaat naar verhouding meer betalen. Dat komt omdat werkgevers de VPL-premie grotendeels betalen. Bij de premie voor het ouderdoms- en nabestaandenpensioen betalen uw werknemers 30% zelf. Als deze premie stijgt, betalen werknemers dus meer. Voor een werknemer met een bruto maandinkomen van € 3.500,- is de totale premieverhoging € 15,- netto per maand vanaf januari 2023.

 

Mogelijk lagere premie
In de huidige premie voor het ouderdoms- en nabestaandenpensioen houden we rekening met een premieopslag van 1,5%-punt. Zo levert deze premie een bijdrage aan het herstel van de financiële situatie als deze niet goed genoeg is. De afgelopen maanden is onze financiële situatie verbeterd. De definitieve premie 2023 wordt in het najaar vastgesteld kijkend naar de wet- en regelgeving van dat moment.

 

Definitieve premie in het najaar
Deze prognose is gebaseerd op het huidige premiebeleid. Dit kan nog wijzigen in de loop van het jaar. Een aantal zaken kunnen nog van invloed zijn op de definitieve premie. Hierbij valt te denken aan de nieuwe pensioenwetgeving, de hoogte van inflatie en aanpassingen van grondslagen. Het definitieve besluit over de premie van 2023 wordt – zoals ieder jaar – eind november genomen, na advies van het verantwoordingsorgaan van ABP.

 

Bron: ABP

ABP verhoogt pensioenen

Bron: ABP

 

“We hebben besloten om de pensioenen te verhogen. Dit doen we met 2,39%. Dit percentage is de prijsstijging in de periode van september 2020 tot september 2021. Ons bestuur voert dit besluit vanaf 1 juli uit. We kunnen dat doen omdat de overheid de regels vanaf 1 juli aanpast, vooruitlopend op het nieuwe pensioenstelsel. En omdat ABP er financieel goed voor staat. De afgelopen jaren konden we uw pensioen helaas niet verhogen. Dit kan nu wel. Het verantwoordingsorgaan adviseerde positief over dit besluit.

 

Bestuursvoorzitter Harmen van Wijnen: “We hebben steeds gezegd: als we de pensioenen kunnen en mogen verhogen, dan gaan we dat doen, mits dat op een evenwichtige manier kan. Onze deelnemers hebben lang moeten wachten op een verhoging. Het is dan ook goed dat we het nu kunnen doen. Per 1 juli stijgt voor onze deelnemers het pensioen of de pensioenaanspraak met 2,39%. Ik ben blij dat het kan en dat we de verhoging ook meteen in juli kunnen doorvoeren. Eind vorig jaar kon dat niet omdat de financiële positie dat niet toeliet. Nu kan een tussentijdse verhoging plaatsvinden omdat de overheid, in aanloop naar het nieuwe stelsel, de regels onlangs versoepeld heeft en onze financiële positie verbeterd is. Eind dit jaar kijken we of we de pensioenen in 2023 kunnen verhogen. Daarbij kijken we naar onze financiële positie van eind oktober en de prijsstijging in 2022. Welke verhoging hierbij past, bepalen we door naar de belangen van alle groepen deelnemers te kijken.”


Alle pensioenen worden direct verhoogd

Ontvangt u pensioen van ABP? 

Uw pensioen wordt dan direct vanaf juli verhoogd. Door de regelgeving was dat eerder niet mogelijk. En omdat het niet mogelijk was om u de eerste 6 maanden van het jaar een verhoging te geven, ontvangt u ook een nabetaling. Deze nabetaling krijgt u tegelijk met uw pensioen in juli. Uw nieuwe pensioenbedrag ziet u vanaf 1 juli op MijnABP. Daarnaast ontvangt u in juli een betaalspecificatie met het nieuwe bedrag. 


Bouwt u pensioen op of heeft u in het verleden pensioen opgebouwd bij ABP? 
Dan wordt het pensioen dat u tot 1 januari 2022 heeft opgebouwd verhoogd. Vanaf 1 juli ziet u op MijnABP wat de verhoging betekent voor uw opgebouwde pensioen.


Eind dit jaar kijken we of we de pensioenen in 2023 kunnen verhogen. Daarbij kijken we naar onze financiële situatie van eind oktober en de prijsstijging in 2022. Welke verhoging hierbij past bepalen we door naar de belangen van alle groepen deelnemers te kijken.”

Indicatie nieuwe bekostiging

Schoolorganisaties kunnen een indruk krijgen van de beschikking die ze vanaf 2023 krijgen voor hun lumpsum bekostiging. Als gevolg van de vereenvoudiging van de bekostiging verandert de hoogte van de bekostiging en samenstelling van de beschikking. De informatie is nu beschikbaar voor basisscholen en speciale basisscholen bij de instellingsinformatie op de website van DUO.

 

In dit informatieproduct over de nieuwe (vereenvoudigde) bekostiging in het primair onderwijs wordt geen rekening gehouden met de overgangsregeling.

 

De informatie bij de instellingsinformatie van DUO is te vinden via https://instellingsinformatie.duo.nl/public/websitecfi/

  • Vul het administratienummer in
  • Kies ‘Actuele bekostigingsinformatie’
  • Klik op ‘Zoeken’
  • Klik links op ‘Indicatie reguliere bekostiging po’
  • En klik op ‘Verzenddatum’ (eveneens links)
  • Klik op het pdf-teken achter verzenddatum 08-06-2022
informatieproduct DUO
  • Je krijgt een download met de indicatie van een nieuwe beschikking (zonder overgangsregeling)

 

De informatie voor (voortgezet) speciaal onderwijs volgt spoedig.

 

De gebruikte bedragen in deze beschikkingen zijn ontleend aan de eerste regeling bekostiging personeel 2022-2023 en de materiele instandhouding 2022, welke waar nodig zijn aangepast op de leerlingtelling van 1 februari 2021. Vanaf kalenderjaar 2023 wordt de bekostiging vastgesteld op basis van de telling op 1 februari t-1.

 

In het najaar zal de eerste regeling bekostiging WPO en WEC 2023 worden gepubliceerd waarna de echte beschikkingen worden verzonden.

 

Op de website van de PO-Raad vind je een model vereenvoudigde bekostiging. Dit model geeft dezelfde uitkomsten (lumpsum), maar biedt ook ruimte voor de andere bekostigingscomponenten en de overgangsregeling.

 

Bron: PO-Raad

Onderhandelaarsakkoord CAO PO juni 2022 – april 2023

De sociale partners hebben een akkoord bereikt over een aantal onderwerpen in de cao PO. Deze cao heeft een looptijd van 1 juni 2022 tot en met 31 mei 2023. Onder andere betreffen het onderstaande onderwerpen:

 

Loonsverhoging
Per 1 juli 2022 worden de salarissen met 4,75% verhoogd.

 

Eenmalige uitkering
Medewerkers die per 1 juli 2022 in dienst zijn ontvangen een eenmalige uitkering van € 500 bruto op basis van fulltime werken. Bij parttime werken wordt deze vergoeding naar rato berekend.

 

Betaald ouderschapsverlof
Per 2 augustus 2022 treedt de Wet betaald ouderschapsverlof in werking. In de cao PO hebben medewerkers al recht op 415 uur betaald ouderschapsverlof. Deze uren worden voor 55% doorbetaald. Per 2 augustus 2022 wordt het percentage dat doorbetaald wordt verhoogd naar 75% mits deze uren in het eerste levensjaar van het kind wordt opgenomen. De uren die opgenomen worden na het eerste levensjaar is de doorbetalingsverplichting 55%. 
Het recht op onbetaald ouderschapsverlof van 625 uur blijft ongewijzigd.

 

Professionalisering
Er is een budget beschikbaar gesteld door de overheid voor professionalisering in het onderwijs. Deze gelden zijn bedoeld om de basisvaardigheden in het onderwijs te verbeteren. Dit budget is vastgesteld op basis van het aantal leerlingen. Op teamniveau kan bepaald worden op welke wijze deze gelden worden ingezet, om het onderwijs te verbeteren.

Premievrijstelling PF 2022

Het Participatiefonds heeft per brief van 16 mei 2022 schoolbesturen het volgende bekendgemaakt:


“Het bestuur van het Participatiefonds heeft besloten om over de maanden augustus tot en met december 2022 geen premie te heffen. Wij leggen u graag uit waarom dit besluit is genomen.

Prognose uitkeringslasten
In augustus/september 2021 hebben wij de begroting over 2022 opgesteld voor het Participatiefonds (Pf). Aan de hand van diverse trendanalyses maken we een inschatting van de instroom van onderwijspersoneel uit het PO in de WW en de doorstroom naar de bovenwettelijke uitkeringen.
We schatten dus in hoeveel personen in dat jaar een uitkering gaan ontvangen. Dit leidt tot een prognose van de toekomstige uitkeringslasten. Op basis daarvan bepalen we het premiepercentage dat noodzakelijk is om de lasten te dekken.

Verhoging premiegrondslag
Omdat het Participatiefonds op dat moment nog geen inschatting kon maken van de salarisverhogingen in 2021 en 2022 die uit de cao-onderhandelingen zijn gekomen, zijn deze niet meegerekend in de premie. Deze salarisverhogingen hebben echter wel gevolgen voor de premiegrondslag. Dat is het totaal aan bruto salaris plus 8% vakantietoeslag. Hoger salaris betekent hogere premiegrondslag en dus hogere premie.
De salarisverhogingen zijn met terugwerkende kracht ingevoerd. Het Pf heft dus met terugwerkende kracht, ondanks een gelijkblijvend premiepercentage, een verhoogde premie. Dit is een geautomatiseerd proces, waardoor er extra premie geheven wordt over de afgelopen maanden van 2022.
Het betekent ook dat de premiebedragen die u moet betalen voor de rest van 2022 hoger zijn als we geen maatregelen zouden nemen.
Tegelijkertijd blijven de werkloosheidslasten dalen. Die daling is sterker dan in de prognose in de zomer van 2021 is meegerekend. Het eigen vermogen van het Participatiefonds is daarmee toegenomen.

Conclusie
Het bestuur van het Participatiefonds wil uiteraard niet onnodig gelden uit de sector halen en een te hoog eigen vermogen voorkomen. Een hogere premieheffing is daarom niet wenselijk. Dit zou anders met name toegevoegd worden aan het eigen vermogen. Een hoog eigen vermogen kan tot gevolg hebben dat er gelden terugvloeien in de staatskas, in plaats van ten goede komen aan het scholenveld.
Om dit te voorkomen is deze bijzondere maatregel van premievrijstelling voor de maanden augustus tot en met december genomen.

Premiepercentage 2023
In augustus/september stellen we de begroting voor 2023 op en berekenen we het kostendekkende premiepercentage voor het nieuwe jaar. Hierbij zullen de invloeden van de afnemende werkloosheidslasten, de eigen bijdrages van schoolbesturen na de Modernisering en de mogelijke effecten van de cao-onderhandelingen zo goed mogelijk worden doorberekend.
Het nieuwe premiepercentage voor 2023 wordt door het bestuur van het Participatiefonds in de vergadering van oktober 2022 bepaald, zodat het daarna door de minister kan worden vastgesteld.”

Spoedprocedure VOG voor Oekraïens onderwijspersoneel

Er is een spoedprocedure afgesproken met Dienst Justis zodat Oekraïns onderwijspersoneel zo snel mogelijk de aanvraagprocedure voor een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) kan doorlopen. Dit is nodig vanwege de grote toestroom van ontheemde kinderen uit Oekraïne: op verschillende plekken in het land worden nieuwkomersscholen uitgebreid of tijdelijke onderwijsvoorzieningen opgezet, onder andere met de inzet van Oekraïens onderwijspersoneel.

Voor de aanvraag van een VOG zijn er drie routes mogelijk:

1. Een digitale aanvraag

  • Bij een digitale aanvraag zet de werkgever de aanvraag klaar en dient de beoogd werknemer de aanvraag vervolgens digitaal in bij Justis.
  • Een aanvraag via deze route verloopt het snelst en heeft de voorkeur, maar kan alleen als de persoon in kwestie DigiD en iDEAL heeft. Dit zal dus meestal (nog) niet mogelijk zijn voor Oekraïens onderwijspersoneel.


2. Een schriftelijke aanvraag via de gemeente

  • Een schriftelijke aanvraag via de gemeente is de tweede voorkeursroute.
  • Deze route is alleen mogelijk als de persoon al is ingeschreven bij diezelfde gemeente en een burgerservicenummer (BSN) heeft.
  • Een aanvraag via de gemeente kan contant voldaan worden.
  • De aanvraag wordt digitaal verwerkt door de gemeente en naar Justis verstuurd.


3. De aanvraag handmatig invullen

  • Als de beoogd werknemer nog niet is ingeschreven bij de gemeente moet de aanvrager het aanvraagformulier handmatig  invullen en mailen naar Justis. Dit kan met een mail naar vog.nl.rni@justis.nl.
  • Gebruik de tekst SPOED Onderwijs om de aanvraag met voorrang te laten behandelen. Justis zal de zaak zo snel mogelijk oppakken zodat Oekraïnse personeelsleden zo snel mogelijk kunnen worden ingezet. 
  • Om te zorgen voor een snelle behandeling is het belangrijk dat alle stukken bij verzending compleet en correct ingevuld zijn. Bij een handmatige aanvraag gaat het in ieder geval om een kopie van een geldig paspoort en een bewijs van betaling (en eventueel een machtigingsformulier als het personeelslid iemand machtigt om de VOG aan te vragen). Als het beoogde personeelslid nog geen bankrekening heeft, dan kunt u er als school ook voor kiezen om de kosten van de VOG zelf te voldoen en het bewijs van die betaling mee te laten sturen bij de aanvraag.
  • De spoedprocedure wordt tijdelijk ingezet vanwege de uitzonderlijke situatie. Het is niet toegestaan om de procedure te gebruiken voor andere personeelsleden, die geen rol vervullen in het onderwijs aan ontheemde kinderen.
  • Een handmatige aanvraag is de minst snelle route. Als het Oekraïense personeelslid al is ingeschreven in de BRP, gebruik dan route 1 of 2!


Meer informatie

Voor overige informatie over de aanvraag van de VOG kunt u kijken op Justis.