Premiepercentages Vf en Pf voor 2024 zijn bekend

Het bestuur van het Vervangingsfonds (Vf) en Participatiefonds (Pf) heeft de premiepercentages voor 2024 vastgesteld. De premie voor het Vf stijgt licht, de premie voor het Pf daalt.

 

Premie Vf
De premies voor het Vf stijgen licht. Het percentage voor reguliere aansluiting gaat van 4,50% in 2023 naar 4,75% in 2024. Dit wordt veroorzaakt door een hoger verzuim, een stabiliserende vervangingsgraad en minder deelnemende schoolbesturen aan het reguliere fonds of één van de ERD-varianten. Door deze effecten verwacht het bestuur van het Vf dat de kosten licht zullen stijgen, waardoor ook het premiepercentage om deze kosten te dekken meestijgt.

 

Premie Pf
De premie voor het Pf daalt. Het percentage gaat omlaag van 2,40% in 2023 naar 1,75% in 2024. Eén van de oorzaken is dat minder mensen een uitkering hebben of hebben aangevraagd. Ook zorgen de salarisstijgingen na de nieuwe cao voor een hogere premiegrondslag waardoor een lager premiepercentage nodig is.

 

Bron: Vf en Pf

Inhaalslag Participatiefonds inzake pensioenpremies over WW-uitkeringen ex-werknemers

Met ingang van 1 augustus 2022 moet het Participatiefonds naast de eigen bijdrage aan werkloosheidsuitkeringen (WW, WOPO) ook de premies voor pensioen en arbeidsongeschiktheidsverzekering over deze uitkeringen in rekening brengen bij ex-werkgevers.

 

Het Participatiefonds heeft deze premies tot op heden nog niet in rekening kunnen brengen omdat de systemen nog niet up-to-date waren. De systemen zijn nu up-to-date en het Participatiefonds gaat eventueel verschuldigde premies binnenkort per factuur met terugwerkende kracht in rekening brengen. Dit betekent dat de pensioenpremies die ex-werkgevers eventueel nog verschuldigd zijn over WW-uitkeringen die aan ex-werknemers zijn uitbetaald over de periode augustus 2022 t/m oktober 2023 in rekening zullen worden gebracht. De facturen worden beschikbaar gesteld via de portal van Mijn PF en zullen via automatische incasso door het Participatiefonds worden geïnd.

 

Definitieve regeling bekostiging 2023 gepubliceerd

In de definitieve regeling bekostiging 2023 is de loonbijstelling 2023, de indexatie van het loongevoelig deel van de bekostiging verwerkt. Dat is de belangrijkste aanpassing ten opzichte van de eerste regeling bekostiging 2023. In die regeling was al de prijsbijstelling 2023 (indexatie prijsgevoelig deel van de bekostiging) verwerkt. Door de loon- en prijsbijstelling 2023 zijn de bekostigingsbedragen toegenomen met 6,4%, ten opzichte van die van kalenderjaar 2022. Ten opzichte van de eerste en voorlopige regeling bekostiging 2023, zijn de definitieve bekostigingsbedragen voor 2023 gestegen met 5%.

 

De loon- en prijsbijstelling wordt toegepast op de definitief vastgestelde bekostigingsbedragen van het voorgaande kalenderjaar. In 2022 was er nog sprake van een materiële bekostiging op kalenderjaarbasis en een personele bekostiging op schooljaarbasis. De bekostiging voor het kalenderjaar 2022 kan echter gereconstrueerd worden door de bekostigingsbedragen van de 1e (voorlopige) regeling bekostiging 2023 aan te passen door hier de prijsbijstelling 2023 (de oude indexatie van de materiele bekostiging) op te corrigeren.

 

Ten opzichte van de definitieve bekostigingsbedragen 2022 is de definitieve regeling bekostiging 2023 toegenomen met 6,4%. In de 1e regeling bekostiging 2023 (voorlopig) was al de prijsbijstelling 2023 verwerkt. Deze indexatie had betrekking op het prijsgevoelig deel van de bekostiging. Het prijsgevoelig deel van de bekostiging is vastgesteld op 10,85% van de totale bekostiging. De indexatie was 11,7% waardoor de bekostigingsbedragen ten opzichte van 2022 zijn opgehoogd met 1,3% (10,85% * 11,7%). Voor meer informatie over de indexatie, zie de toelichting hierover op de site.  

 

In de definitieve regeling bekostiging 2023 is nu ook het loongevoelig deel van de bekostiging (89,15% van de bekostigingsbedragen in de regeling bekostiging) geïndexeerd. De indexatie was 5,72%, waardoor de bedragen ten opzichte van 2022 zijn opgehoogd met 5,1% (89,15* 5,72%). De indexatie is gebruikt voor het bepalen van de loonruimte in de cao primair onderwijs 2023/2024 (Zie Verantwoording kosten onderhandelaarsakkoord, voor aangesloten schoolorganisaties met inlog op ledenportal PO-Raad).

 

Naast de loonbijstelling is in de definitieve regeling bekostiging 2023 ook de korting verwerkt op de samenwerkingsverbanden met mogelijke bovenmatig publiek eigen vermogen. Verder is ook het budget voor Professionalisering en begeleiding van starters en schoolleiders PBSS verlengd van 1 augustus tot en met december 2023. Uit de OCW-begroting blijkt dat dit budget (ca. €100 per leerling) in 2024 nog zal worden uitgekeerd aan schoolorganisaties. Op basis van lopende gesprekken met OCW verwachten we dat de regeling per 1 januari 2025 wordt gewijzigd. De minister heeft eerder aangegeven een deel van deze middelen te willen toekennen aan de onderwijsregio’s.  

 

 

1e regeling bekostiging 2024
De 1e regeling bekostiging voor 2024 wordt pas in de tweede helft van oktober door OCW gepubliceerd. Omdat dit te laat is in het kader van het begrotingsproces, heeft de PO-Raad via het ‘Model bekostiging 2024’ in de toolbox een verwachting/ prognose gegeven van de bekostigingsbedragen in de eerste regeling 2024. 

 

De aanpassing ten opzichte van de definitief vastgestelde regeling bekostiging 2023 betreft grotendeels de verwerking van de prijsbijstelling 2024. De verwachte indexatie is -0,14%, waardoor de bekostiging zal worden aangepast met -0,02% (10,85% * -0,14%). Een licht negatieve bijstelling dus. Hoewel dit te verklaren is vanuit de systematiek van indexatie (zie toelichting op de site) komt dit wel heel vreemd over, omdat de prijzen in 2024 door inflatie waarschijnlijk wel zullen stijgen.

 

Schoolorganisaties die in hun begroting uit willen gaan van de salaristabellen die gebaseerd zijn op de recent afgesloten cao primair onderwijs 2023-2024, moeten er rekening mee houden dat in deze cao al 9/12e van de geprognosticeerde loonruimte van 2024 is ingezet. Deze loonruimte van 4,43% (9/12 * 5,91%) wordt voor een klein deel gevormd door een geschatte daling van de pensioenlasten per 1-1-2024, maar voor het grootste deel door de geschatte loonbijstelling 2024. De definitieve loonbijstelling wordt na de zomer van 2024 verwerkt in de definitieve regeling bekostiging 2024. Om baten en lasten in de begroting te laten matchen, worden schoolbesturen geadviseerd om de al ingezette loonruimte van 4,43% ook mee ten nemen in de baten, door de bekostigingsbedragen van de definitieve regeling bekostiging 2023 op te plussen met 3,95% (4,43% * 89,15%). 

 

Uitgaande van de prijsbijstelling 2024 (-0,14% * 10,85% = -0,02%) en de bovenstaande ophoging 3,95%, kan in de begroting de bekostiging 2024 worden benaderd, door de bekostigingsbedragen in de definitieve regeling bekostiging 2023 te verhogen met 3,93%. 

 

Bron: PO-Raad

Aanpassing lonen per 1 juli 2023 CAO Primair Onderwijs

Op 12 september 2023 is het onderhandelaarsakkoord CAO PO 2023 – 2024 tot stand gekomen. De effectuering van dit akkoord zal plaatsvinden in de verwerkingsmaand oktober 2023. Omdat het akkoord van kracht is per 1 juli 2023, ontstaan er ook mutaties met terugwerkende kracht (=TWK).

 

Wat betekent dit voor u; de verwerking
De aanpassing van de lonen waar nodig, wordt geheel door ons verwerkt. Omdat er ook wijzigingen ontstaan door TWK-mutaties kunnen voor medewerkers correctieloonstroken ontstaan.

 

Budgettering
Het doorvoeren van de nieuwe loonschalen per 1 juli 2023 heeft invloed op het resultaat van het over 2023 toegekende personeelsbudget. De negatieve afwijking ten opzichte van het toegekende budget kan hierdoor worden verklaard. Er is dekking voor deze afwijking doordat het Ministerie van OCW de scholen compenseert via de personele inkomsten.

 

Overige aanpassingen in de CAO
Voor de overige wijzigingen uit het nieuwe akkoord zal later nog een CAO Update vanuit AFAS. Dit zal onder meer de aanpassing van reiskosten en het uitbetalen van de eenmalige bonus zijn. Ook deze aanpassingen houden wij nauwlettend in de gaten. Bij eventuele aanpassingen van werkwijzen zullen wij u zo spoedig mogelijk informeren.


Heeft u vragen over deze verwerking, dan kunt u contact opnemen met uw eigen contactpersoon op de personeels- en salarisadministratie bij Concent.

 

 

 

Aanpassing pensioenregels per 1 juli 2023

Per 1 juli 2023 veranderen er landelijk een aantal zaken binnen de vervroegde opname van pensioen. Medewerkers kunnen vanaf 1 juli maximaal 10 jaar voor de op dat moment vastgestelde pensioenleeftijd met pensioen gaan. Tevens komt de intentieverklaring die voorheen getekend moest worden bij vervroegde opname te vervallen. De wettelijke regels rondom beperkingen rondom het werken naast het deeltijdpensioen komen ook te vervallen. Werknemers kunnen nu zonder bezwaar betaald werken naast hun (deeltijd) pensioen.

 

ABP
Daar waar de wettelijke regel van vervroegde opname nu 10 jaar is, kan bij het ABP deze vervroegde opname pas vanaf 60 jarige leeftijd. De intentieverklaringen die in het verleden al getekend zijn komen per 1 juli te vervallen. Ook voor deze groep (die met (vervroegd)pensioen is) komt de beperking te vervallen.

 

Wat betekent dit voor u; de verwerking
Mogelijk komen er vragen vanuit de medewerkers over deze aanpassing in de regels. Aanvullende informatie over eerder stoppen met werken vindt u op eerder-met-pensioen. De werkgever moet de ingangsdatum van het pensioen of deeltijdpensioen aan het ABP doorgeven. Dit gebeurt via de gegevensaanlevering die Concent voor u verzorgt bij aanlevering van mutaties.

Factuurverwerking van Palette naar Spend Cloud

Op 14 oktober 2022 hebben wij u geïnformeerd over de overstap per 1 januari 2023 naar het digitale factuurverwerkingssysteem.

 

Spend Cloud. De overgang is op 1 januari soepel verlopen. Per mei 2023 is de licentie van Palette definitief verlopen en daarmee ook de mogelijkheid om historische facturen (betreft facturen voor 2023) te kunnen raadplegen. In de afgelopen tijd heeft Concent nagenoeg alle facturen over 2022 vanuit Palette geconverteerd en geïmporteerd in AFAS. Dit proces wordt in de komende weken afgerond. Vervolgens vindt verdere conversie plaats van facturen over 2016 tot en met 2021 en wordt extra informatie toegevoegd voor het vergroten van de vindbaarheid van de facturen.

 

Deze archief-facturen zijn raadpleegbaar op het hoogste niveau van de werkgever. Deze facturen zijn raadpleegbaar in InSite onder menukeuze Financieel en vervolgens Facturen. Wanneer deze menukeuze op niveau van de werkgever (= hoogste niveau) niet zichtbaar is, neemt u dan contact op met uw contactpersoon op de financiële administratie.

Regeling compensatie energielasten bekendgemaakt

Scholen die in 2023 meer dan 3,2% van hun totale lasten kwijt zijn aan energielasten kunnen een subsidie aanvragen voor een tegemoetkoming. Het ministerie van OCW stelt een subsidieregeling open van 3 juli 2023 tot en met 15 september 2023 om scholen te helpen die onevenredig hard getroffen zijn door de hoge energielasten.

Het aanvragen van de subsidie loopt via de website van de Dienst Uitvoering Subsidies aan Instellingen (DUS-I).

 

Onder de grens van 3,2% dient de hogere last uit eigen middelen te worden bekostigd. Ook is het hebben van een mogelijk bovenmatig vermogen van invloed op de te verkrijgen subsidie.

 

Om wel in aanmerking te komen en dit jaar nog een (voorlopige) compensatie te ontvangen moet de school in de aanvraag een inschatting maken van de energielasten en van de totale lasten in 2023. Als uit de inschatting blijkt dat de energielasten hoger zijn dan 3,2% van de totale kosten, wordt deze drempelwaarde en het verwachte bovenmatig publiek eigen vermogen hiervan afgetrokken. De tegemoetkoming is een voorschot van 50% van het bedrag dat overblijft.

 

Omdat er sprake is van een voorschot op de definitieve vaststelling geldt dat als achteraf uit de jaarrekening over 2023 blijkt dat de energielasten lager zijn dan de 3,2% van de totale lasten of blijkt dat het bestuur meer bovenmatig vermogen te hebben dan in de aanvraag is opgegeven, dient de subsidie te worden terugbetaald respectievelijk wordt de subsidie lager vastgesteld.

 

Bron: PO-Raad

Aanpassing minimumlonen per 1 juli 2023

Per 1 juli 2023 is er een verhoging van het wettelijk minimumloon. Ten opzichte van januari 2023 stijgt het brutominimumloon per maand met 3,13%. Het brutominimumloon per 1 juli 2023 is vastgesteld op: € 1.995,00 per maand, € 460,40 per week en € 92,08 per dag.

 

CAO Primair Onderwijs
Binnen de CAO Primair Onderwijs moeten door deze wijziging de volgende loonschalen worden aangepast:

  • OOP-schaal
  • Instroom-, doorstroom- en participatiebaan-schalen

Bij de andere schalen heeft het verder geen doorwerking.


Wat betekent dit voor u; de verwerking

Mogelijk heeft deze aanpassing een kleine invloed op uw te besteden budget, maar omdat de minimumlonen (bijna) elk half jaar een aanpassing hebben, is bij de budgettering hier al rekening mee gehouden. De aanpassing van de lonen waar nodig, wordt geheel door ons verwerkt. U hoeft verder geen actie te ondernemen.