Wijzigingen Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs

Per 19 april 2023 is een aantal wijzigingen in de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs (RJO) gepubliceerd in de Staatcourant. Het gaat om:

  1. De overeenkomstige toepassing van de RJO op samenwerkingsverbanden;
  2. De opname van 1 juli als uiterlijke datum voor de verplichte openbaarmaking van het jaarverslag;
  3. De verlenging van de overgangsregeling voor de verantwoording van groot onderhoud;
  4. Het regelen van uitstel van de plicht om te verantwoorden over het gevoerde beleid als bedoeld in de ‘Beleidsregel investeren met publieke middelen in private activiteiten’ (alleen van toepassing voor mbo en ho);
  5. Aanpassing van model G-1

 

Deze wijzigingen gaan in per 1 januari 2022, met uitzondering van punt 2. Want punt 2 is van toepassing ingaande de jaarverslaggeving over het verslagjaar 2023. De wijzigingen lichten wij voor u toe. Daarbij vragen wij in het bijzonder uw aandacht voor de wijziging van model G-1. Volgens de nieuwe Regeling gaat de wijziging van Model G per 1 januari 2022 in. Uit onze navraag bij het Ministerie van OCW blijkt dat 2022 als een overgangsjaar gezien wordt, waarin het nieuwe model G mag worden toegepast. Vanaf 1 januari 2023 is dit verplicht.

 

Samenwerkingsverbanden
Wat betreft de samenwerkingsverbanden was de RJO strikt genomen niet van toepassing. Want in de definitie van onderwijsinstellingen stond geen verwijzing naar artikel 1.1 van de Wet op het primair onderwijs en art. 1.1 van de Wet voortgezet onderwijs 2020.  Met de toevoeging van art. 1.a in de RJO is deze ook van toepassing voor samenwerkingsverbanden passend onderwijs.

In het oude artikel  3 lid b was al geregeld dat de jaarverslaggeving openbaar gemaakt moet worden. Nu is ook geregeld dat dit jaarlijks vóór 1 juli moet.

 

Overgangsregeling groot onderhoud
De overgangsregeling groot onderhoud betreft onderwijsinstellingen die de voorziening groot onderhoud strikt genomen niet geheel volgens de Richtlijn RJ 212 ‘Materiële vaste activa’ berekenden, maar een andere wijze van berekenen toepasten. Zij mogen dit blijven doen mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan.  Deze overgangsregeling liep oorspronkelijk eind 2022 af. Maar deze is nu verlengd tot en met verslagjaar 2023. De alternatieve berekeningswijze houdt in dat de jaarlijkse toevoeging berekend wordt door het voorgenomen groot onderhoud gedurende de gehele planperiode van het groot onderhoud te delen door het aantal jaren waaruit deze planperiode bestaat. Deze berekening moet dan wel plaatsvinden op het niveau van het onderwijspand. Ook moet gewaarborgd zijn dat de voorziening niet op enig moment negatief wordt. Bovendien is het een voorwaarde dat de instelling deze berekeningswijze in 2017 al toepaste. Dus onderwijsinstellingen die al in 2017 of eerder de Richtlijn RJ 212 correct toepasten, mogen geen gebruik maken van de overgangsregeling.

 

Beleidsregel investeren met publieke middelen in private activiteiten
De ‘Beleidsregel investeren met publieke middelen in private activiteiten’  is op 15 april 2021 in werking getreden.  Een onderdeel van deze beleidsregel is de verantwoordingsplicht over de private activiteiten waarin met publieke middelen is geïnvesteerd. Deze verantwoordingsplicht ging oorspronkelijk pas in met het verslagjaar 2022. Met de wijziging van de RJO is nu geregeld:

  • dat dit met een jaar is uitgesteld en
  • dat instellingen in het mbo en ho ingaande het verslagjaar 2023 moeten verantwoorden over deze activiteiten in het bestuursverslag conform art. 3 lid 7 van de beleidsregel.

 

Model G-1
Model G-1 is aangepast. In het verleden was onduidelijk wat het inhield wanneer als antwoord bij de status van de activiteit ‘nee’ was ingevuld. Dit kon zijn dat het project afgesloten was, maar de prestatie nog niet (volledig) geleverd was. Of juist dat het project nog onderhanden was. Deze onduidelijkheid is nu weggenomen. Voor wat betreft de status van de activiteiten wordt nu onderscheid gemaakt tussen:

  • Onderhanden: de subsidie loopt nog conform de subsidieverplichtingen
  • Ja: de subsidie is afgerond conform de subsidieverplichtingen
  • Nee: de subsidie is afgerond in strijd met de subsidieverplichtingen

In het laatste geval zal het ministerie in principe overgaan tot terugvordering van (een deel van) de subsidie. De wijziging van Model G-1 treedt volgens de  RJO in werking ingaande 1 januari 2022!

 

Vragen van Van Ree aan het ministerie van OCW
Wij vinden het opmerkelijk dat deze wijziging met terugwerkende kracht wordt ingevoerd. Want inmiddels heeft  immers een aantal besturen in het onderwijs de jaarrekening al vastgesteld en is deze goedgekeurd. Deze jaarrekeningen voldoen op dit punt dan strikt genomen niet aan de nieuwe RJO. Dit kan verwarring geven bij de beoordeling van de jaarrekeningen door de inspectie van OCW c.q. DUO.  Wij hebben hier dan ook vragen over gesteld aan het ministerie van OCW. In antwoord daarop is toegelicht, dat het verslagjaar 2022 een overgangsjaar wordt. Dus een jaar waarin zowel het oude als het nieuwe model G-1 toegestaan zijn. 023: Het ministerie heeft inmiddels in haar nieuwsbrief jaarverslaggeving van 1 mei 2023 bevestigd dat het jaar 2022 een overgangsjaar wordt. Het nieuwe model G is verplicht ingaande het boekjaar 2023. 

 

Bron: Van Ree Accountants

Energieleverancier DVEP stopt per 01 januari 2024

Het besluit van DVEP om te stoppen met de levering van gas en elektriciteit heeft te maken met de slechte financiële situatie van het bedrijf als gevolg van een aantal moeilijke jaren in combinatie met de onstuimige energiemarkt sinds de oorlog in Oekraïne. Een ander belangrijk punt is dat de Amerikaanse moedermaatschappij UGI van DVEP heeft aangegeven volledig uit de Europese markt te stappen. UGI wil ruimte geven aan DVEP om in principe tot een ordentelijke afwikkeling te komen.
Energie voor Scholen betreurt het besluit van DVEP om op 1 januari 2024 te stoppen met het leveren van gas en elektriciteit aan scholen die zijn aan gesloten bij EVS. Het opzeggen van het contract door DVEP heeft geen gevolgen voor het samenwerkingsverband. Afgesproken is dat DVEP in nauwe samenwerking met EVS naar oplossingen zoekt om de gunstige condities voor de komende jaren te borgen. Een aannemelijk scenario is een overname door een andere energieleverancier. De enorme omvang maakt EVS wat dit betreft aantrekkelijk. Energie voor Scholen blijft zich inzetten voor de deelnemers en garandeert dat er alles aan wordt gedaan op zoek te gaan naar een nieuwe leverancier die goede prijs- en leveringscondities hanteert. De deelnemers aan EVS kunnen meer informatie vinden in hun eigen portal op Energie voor Scholen.
Energie Voor Scholen is een samenwerkingsverband tussen Hellemans Consultancy en de profielorganisaties Verus, VOS/ABB, VBS, VGS en de ISBO voor de aanbesteding en inkoop van gas en elektriciteit voor scholen in Nederland. Het bestaat sinds 2003.
Bron: VOSABB

Subsidieregeling Regionale Aanpak Personeelstekort verlengd

De subsidieregeling Regionale Aanpak Personeelstekort wordt met vijf maanden verlengd. Bestaande RAP-regio’s kunnen tot en met 31 mei 2023 subsidie aanvragen om de kwantitatieve en kwalitatieve tekorten in het onderwijs aan te pakken.

 

Schoolbesturen en lerarenopleidingen hebben sinds 2020 – naast de G4 – 72 RAP-regio’s gevormd, om zo gezamenlijk de personeelstekorten aan te pakken. Om ervoor te zorgen dat er een soepele overgang ontstaat tussen deze RAP-subsidieregeling naar de bredere totstandkoming van onderwijsregio’s wordt deze regeling met vijf maanden verlengd. Zo wordt de continuïteit van regionale samenwerking binnen de RAP-regio’s gewaarborgd.

 

Subsidie voor bestaande RAP-regio’s
Bestaande RAP-regio’s kunnen subsidie aanvragen voor de periode 1 augustus  tot en met 31 december 2023. Het is mogelijk om een bestaande regio uit te breiden met besturen/vestigingen, mbo-instellingen of lerarenopleidingen die nog niet eerder waren aangesloten bij de regio. Dit in aanloop naar de te vormen onderwijsregio’s.

 

Aanvraagformulier via DUS-I
DUS-I stelt per mail een aanvraagformulier beschikbaar aan de bestaande RAP-regio’s. Op dit formulier zijn de gegevens uit de aanvraagronde van 2022 al  ingevuld. De penvoerder kan deze gegevens zo nodig aanvullen of wijzigen.

 

Activiteiten
In het plan van aanpak kunt u aanvullende en nieuwe activiteiten opnemen, maar ook  de huidige activiteiten voortzetten. Daarnaast vragen we u om in het plan van aanpak op te nemen welke activiteiten u onderneemt om de samenwerking in de regio tot stand te brengen of te versterken. Dit in aanloop naar de vorming van onderwijsregio’s. Dit in aanloop naar de vorming van onderwijsregio’s.

 

Hoogte subsidiebedrag
Voor deze aanvraagronde is in totaal € 7.726.987,- subsidie beschikbaar. Omdat het gaat om een verlenging van vijf maanden, bedraagt de subsidie per RAP-regio maximaal vijf twaalfde deel van het toegekende bedrag voor de eerdere RAP-subsidie voor het schooljaar 2022-2023.

 

Subsidie aanvragen
U kunt van 12 april tot en met 31 mei 2023 deze subsidie aanvragen via het aanvraagformulier dat u per mail ontvangt van DUS-I. Uiterlijk op 7 augustus 2023 krijgt u bericht van DUS-I of uw aanvraag is goedgekeurd.

U vindt hier meer informatie over de subsidieregeling.

 

Bron: Ministerie OCW

Lerarenbeurs verlengd

De lerarenbeurs wordt verlengd. Met de lerarenbeurs kunnen leraren die een opleiding gaan volgen aan een hogeschool of universiteit een vergoeding aanvragen als tegemoetkoming in de kosten voor collegegeld, studiekosten en reiskosten. Werkgevers kunnen subsidie ontvangen om de leraar studieverlof te verlenen.

 

De regeling zou dit jaar aflopen, maar is door minister Wiersma en minister Dijkgraaf verlengd. De beurs is aan te vragen van 1 april tot en met 15 mei 2023.

 

De lerarenbeurs is beschikbaar voor leraren in het funderend onderwijs met een onderwijsbevoegdheid, voor leraren in het mbo die voldoen aan de geldende bekwaamheidseisen en voor leraren uit het hbo met minimaal een bachelordiploma.

 

Meer informatie
Bekijk hier of u in aanmerking komt voor de beurs. Op de website van DUO vindt u meer informatie over de subsidievoorwaarden en over de volgorde waarin DUO de aanvragen beoordeelt.

 

Bron: Ministerie OCW

Beleidsregel financiële sancties onderwijsinstellingen gewijzigd

De beleidsregel financiële sancties bij bekostigde onderwijsinstellingen is aangepast. De herziene beleidsregel biedt per 1 januari 2023 meer ruimte aan de Inspectie van het Onderwijs om sneller in te grijpen bij tekortkomingen van schoolorganisaties. In tegenstelling tot de vorige beleidsregel wordt niet meer eerst opgeschort, maar wordt direct overgegaan tot inhouding van bekostiging.

 

Voorbeelden van tekortkomingen in het primair onderwijs zijn het niet of te laat insturen van de jaarstukken of de bekostigingsgegevens, het niet naleven van de wettelijke regels rondom de vrijwillige ouderbijdrage of het niet hebben van een schoolgids of ander wettelijk voorgeschreven document. 

 

Hersteltermijn aanleveren jaarverslag
Na overleg tussen de PO-Raad en OCW is er nog wel sprake van hersteltermijn voor het aanleveren van het jaarverslag. Aanscherping van de beleidsregel vergroot de druk op de verantwoordingsketen (onder andere ook bij administratie- en accountantskantoren). De PO-Raad heeft daarom gepleit voor een verlengde hersteltermijn van twee maanden. In de toelichting op de regeling is nu opgenomen dat de bekostiging pas vanaf 1 september wordt gekort. Dit geeft schoolorganisaties tot circa 20 augustus de mogelijkheid om de tekortkoming te herstellen. 

 

Mocht het niet lukken om voor 1 juli het jaarverslag in te dienen, dan is het wel van belang om DUO hierover te informeren. Bij voorkeur met een toelichting van de accountant waarom het niet mogelijk is gebleken de jaarstukken tijdig aan te leveren. 

Bron: PO-Raad

Btw bij detachering tussen onderwijsinstellingen

Door een wijziging van het btw-besluit in 2018 moet in bepaalde gevallen btw in rekening worden gebracht bij het ter beschikking stellen van personeel, bijvoorbeeld tussen schoolbesturen en samenwerkingsverbanden passend onderwijs. Indien een detacheringsovereenkomst niet onder de aangepaste btw-vrijstelling valt, is er btw verschuldigd over de jaren vanaf 2018 tot en met heden. Eventuele correcties dienen door de uitlenende partij uit eigen beweging te worden gemeld bij de Belastingdienst op basis van in te dienen btw-suppleties.

 

Tussen onderwijsinstellingen onderling was het in het verleden onder bepaalde voorwaarden mogelijk om personeel uit te wisselen zonder verrekening van btw. Sinds december 2018 is dat dus niet meer vanzelfsprekend. Gevolg is dat er in bepaalde gevallen btw in rekening moet worden gebracht door de uitlenende partij (meestal een schoolbestuur). Hierover is expliciet bericht in de voorjaarsnota van 2022 (pagina 68).

 

De berichtgeving over btw in juni 2022 veroorzaakte veel onduidelijkheid en discussie. Na recent overleg met de ministeries Financiën en Onderwijs is er nu meer duidelijkheid. Hierover lees je meer in de veel gestelde vragen en antwoorden op de website van het Steunpunt Passend Onderwijs. De komende periode zal het Steunpunt Passend Onderwijs veelvoorkomende praktijkvoorbeelden voorleggen aan de Belastingdienst (via het ministerie van Financiën) voor landelijke standpuntbepaling: valt het praktijkvoorbeeld onder de vrijstelling en mag er worden verrekend zonder btw? Zodra daar meer over bekend is, lees je dat op de website van het steunpunt en de PO-Raad. 

 

De PO-Raad adviseert schoolbesturen die het betreft te onderzoeken of een wijziging van de belastingaangifte nodig is en de inlenende partijen (bijvoorbeeld het samenwerkingsverband) in dat geval te informeren dat er mogelijk nog btw over voorgaande jaren in rekening zal worden gebracht.

 

Bron: PO-Raad

Rentevergoeding credit-gelden Rabobank

In de afgelopen maanden is er veel veranderd. Zo ook op het vlak van renteberekening. De negatieve rente is in de afgelopen maanden omgebogen van een te betalen bedrag naar een rentevergoeding op spaartegoeden. Door deze beweging is spreiding van saldi over meerdere rekeningen-courant-posities niet meer nodig. Omdat er op de normale rekening-courant geen rentevergoeding van kracht is, zorgt Concent ervoor dat zoveel mogelijk liquide middelen worden overgeboekt naar de spaarrekening. De rentevergoeding is door de Rabobank per 16 februari 2023 opgehoogd van 0,25 naar 0,50%.

Verwerking kosten ‘Groot onderhoud’

Verwerking van groot onderhoud in de jaarrekening van instellingen voor primair en voorgezet onderwijs: na jaren van onduidelijkheid is er eindelijk zicht op een definitieve regeling.

 

Van Ree Accountants hebben voor primair en voortgezet onderwijs een toelichting geschreven waarin de volgende onderwerpen aan bod komen:
  • De discussie over bepalingen in de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving over vervanging van belangrijke bestanddelen
  • Groot onderhoud en investeringen
  • Gebouwen al dan niet op de balans van primair en voortgezet onderwijs
  • Nieuwe uiting van de Raad voor de Jaarverslaggeving over onderscheid tussen vervanging en groot onderhoud
  • Verwerking van kosten als materieel actief
  • Verwerking van kosten via een onderhoudsvoorziening
  • Schoolgebouwen en economisch claimrecht
  • Decentralisatie
  • Combinatie van voortgezet onderwijs met mbo en/of hbo
  • Toepassing van RJ 212 “Materiële vaste activa”
  • Egalisatiemethode primair en voortgezet onderwijs
  • Berekening van de voorziening
  • Kosten van uitbreidingen, functionele verbeteringen en herstel
  • Verlenging van de overgangsregeling die opgenomen is in de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs
  • Overgangsbepalingen in RJ 660.602 en RJ 660.603
  • Toepassing stelselwijziging
  • Rapport van de Commissie Van Ham
  • Componentenbenadering
  • Keuze om over te gaan van het verwerken van groot onderhoud via de voorziening naar het activeren van groot onderhoud
  • Onderhoudsuitgaven primair en voortgezet onderwijs
  • Eigen vermogen
  • Liquiditeitsprobleem
  • Bestemmingsreserve

Adviezen Van Ree Accountants voor primair en voortgezet onderwijs

 

RJ212 Materiële vaste activa

Er kunnen nog aanpassingen in de voorgestelde tekst voor RJ 212 ‘Materiële vaste activa’ komen. Het heeft namelijk nog de status van een uiting. Om die reden adviseren wij schoolbesturen voor de jaarrekening 2022 nog de bestendige gedragslijn te volgen en eventuele aanpassing van het gevolgde stelsel of de wijze van berekenen van de onderhoudsvoorziening pas met ingang van boekjaar 2023 of 2024 door te voeren.

 

Verwerken van groot onderhoud

Als een onderwijsinstelling besluit om over te gaan van het verwerken van groot onderhoud via de voorziening naar het verwerken als materieel vast actief, dan dient dit als volgt te worden verwerkt:

  1. op retrospectieve conform RJ-140 (dus met terugwerkende kracht); of
  2. op retrospectieve wijze vanaf voorgaand boekjaar; of.
  3. op retrospectieve wijze vanaf het huidig boekjaar.

De voor- en nadelen van de verschillende methoden hebben wij in de toelichting voor u uitgewerkt.

 

Ondersteuning PO-Raad en VO-raad

De PO-Raad en de VO-raad komen gezamenlijk met een ondersteuningsaanbod in de vorm van voorlichting. Er zal een handreiking/brochure verschijnen waarin onder andere ingegaan wordt op wijze van omgaan met de bepalingen van RJ 212 betreffende het vormen van een voorziening en de overgang van de egalisatiemethode naar de RJ-methode. Ook zal ingegaan worden op de effecten hiervan op de financiële positie van schoolbesturen en de voor- en nadelen van de overgang naar het activeren van het groot onderhoud. Daarnaast zullen voorlichtingsbijeenkomsten (digitaal of fysiek) gehouden worden.

 

Bron: Van Ree Accountants

Ouderschapsverlof

Het wettelijke recht op betaald ouderschapsverlof is negen weken, het cao-recht spreekt nu over 415 uur, dit is (iets) meer: geldt voor de totale 415 uur het hogere percentage van 75 procent?
Wanneer het betaald ouderschapsverlof wordt opgenomen in het eerste levensjaar van het kind, dan geldt voor het volledige recht op betaald ouderschapsverlof dat dit voor 75 procent wordt doorbetaald. Het niet opgenomen restant van de 415 uur kan voor de vierde verjaardag van het kind worden opgenomen tegen 55 procent van het salaris.

 

Kan het betaald verlof nog gespreid worden opgenomen?
Werkgever en werknemer maken afspraken over wanneer het verlof wordt opgenomen, dit mag gespreid worden over een langere periode. Bij het gespreid opnemen dient de werknemer er wel op te letten dat het betaald ouderschapsverlof binnen het eerste levensjaar van het kind een hoger doorbetalingspercentage kent dan na de eerste verjaardag van het kind.

 

Is het na 1 augustus mogelijk om (gedeeltelijk) doorbetaald ouderschapsverlof op te nemen als het betreffende kind ouder dan drie jaar is?
Nee, dit is niet meer mogelijk. Het recht op betaald ouderschapsverlof vervalt vanaf augustus op het moment dat het kind vier jaar wordt. Het is nog wel mogelijk onbetaald ouderschapsverlof op te nemen (voor zover dit nog niet is opgenomen) tot de achtste verjaardag van het kind. Een uitzondering hierop zijn werknemers die al een afspraak met hun werkgever hadden gemaakt, zie vraag 4 en CAO PO 2022-2023 artikel 8.19b.

 

Wat gebeurt er als medewerkers op dit moment al een afspraak hebben staan om betaald ouderschapsverlof op te nemen, maar het betreffende kind ouder is dan drie jaar?
Wanneer er al voor 14 juli 2022 een afspraak gemaakt is of al loopt, dan loopt deze afspraak door zoals afgesproken. Ook als dit verlof wordt opgenomen voor een kind ouder dan 4 jaar. Dit verlof dient uiterlijk schooljaar ‘23/’24 te worden afgerond. Dit overgangsrecht is niet opgenomen in het akkoord maar zal worden verwoord in de cao-tekst CAO artikel 8.19b. In situaties waarin de nieuwe regeling en het overgangsrecht leiden tot een eventueel onbillijke situatie, kan de werknemer altijd het gesprek aangaan met de werkgever om te komen tot andere afspraken.

 

Wat gebeurt er met een resterend recht van werknemers die voor 2 augustus al een deel van het betaald ouderschapsverlof hebben opgenomen en nog een deel van de uren niet hebben ingezet?
De resterende uren kunnen worden ingezet conform de afspraken zoals die vanaf 2 augustus gelden (voor zover over deze uren nog geen afspraken gemaakt zijn, als dit wel het geval is, dan geldt het antwoord bij vraag 4)

 

Bron: PO-Raad

AFAS update

Met deze update informeren we over een aantal aanpassingen die we gedaan hebben in AFAS.

 

LOONSTROOK

We hebben een aantal wijzigingen aangebracht op de loonstrook.

  • In verband met AVG hebben we het Burgerservicenummer van de loonstrook gehaald.
  • Het logo van de werkgever is toegevoegd (bij sommige werkgevers stond het logo er al wel) en wordt nu groter getoond.
  • Het saldo van de Bindingstoelage wordt nu getoond in het blok Reserveringen.

 

INSITE

We hebben een aantal wijzigingen aangebracht op InSite.

  • Het logo van de werkgever is toegevoegd (bij sommige werkgevers stond het logo er al wel).
  • Op de beoordeelpagina van een declaratie, wordt nu standaard een overzicht onderaan getoond van de eerder ingediende declaraties van de medewerker. Zo kan direct nagekeken worden of een declaratie eerder is ingediend. Met het inhouden van de [CTRL]-toets kan een declaratie in een tweede tabblad of scherm getoond worden.