Aanpassing voorziening Groot onderhoud niet haalbaar voor 2023

De voorziening Groot onderhoud is een manier om de kosten voor onderhoud aan huisvesting te verwerken in de jaarrekening. Deze voorziening wordt per 2023 gewijzigd. Schoolorganisaties hebben onvoldoende tijd om adequaat te anticiperen op deze wijziging. PO-Raad en VO-raad hebben hierover samen met OCW een brief gestuurd aan de Raad voor de Jaarverslaggeving. De sectororganisaties verwachten dat schoolbesturen het onderhoud tot en met 2023 in de jaarcijfers kunnen verwerken op dezelfde wijze als dat ze dit voor het kalenderjaar 2021 hebben gedaan. Zodra er meer duidelijkheid is op dit thema, wordt dat gecommuniceerd via deze website.

Egalisering niet conform de verslaggevingsregels
In 2018 ontstond er een discussie over de wijze waarop de voorziening Groot onderhoud bepaald moest worden. De voorziening wordt nu veelal vastgesteld op basis van een meerjaren onderhoudsplanning (MOP) van de totale schoolorganisatie, waarbij de uitgaven in deze MOP worden geëgaliseerd over de periode van die MOP. Als bijvoorbeeld de kosten voor het uitvoeren van het groot onderhoud op basis van deze MOP de komende 20 jaar voor alle scholen € 2 mln zou bedragen, dan zou er jaarlijks €100.000 worden gedoteerd aan de voorziening Groot onderhoud. 

Meerdere accountants gaven in 2018 aan dat een dergelijke egalisering niet conform de verslaggevingsregels is. Deze schrijven voor dat een voorziening moet worden opgebouwd per onderhoudsinvestering en dat hiervoor naar tijdsgelang moet worden gespaard. Als bijvoorbeeld het dak na 20 jaar wordt vervangen voor €200.000, dan zou er voor het dak na 10 jaar €100.000 in de voorziening groot onderhoud moet zitten. Dit principe geldt voor alle uitgaven in het kader van groot onderhoud en de optelling hiervan bepaalt de hoogte van de voorziening Groot onderhoud.

Werkgroep Van Ham 
De verwachting was dat deze laatste werkwijze zou leiden tot een hogere voorziening Groot onderhoud, wat zou kunnen leiden tot een verschuiving van eigen vermogen (reserves) naar vreemd vermogen (voorziening). Deze vermogensverschuiving zou, tezamen met het wegvallen van de vordering OCW, een fors effect hebben op de reservepositie/ weerstandsvermogen van schoolbesturen. Vandaar dat de PO-Raad, samen met een aantal schoolbesturen, in 2019 haar zorgen heeft geuit bij OCW en de Tweede kamer. OCW heeft naar aanleiding hiervan een werkgroep onder leiding van Jo van Ham gevraagd te komen tot een oplossing.

Advies van de werkgroep
Het rapport van de werkgroep Van Ham ‘Verslaglegging Groot Onderhoud Schoolgebouwen’ is begin 2021 naar de Tweede Kamer gestuurd. De werkgroep adviseerde daarin ongeveer de volgende punten:

  • Het opbouwen van voorziening per onderhoudsinvestering (conform RJ) geeft een reëler beeld van toekomstige financiële risico’s/ uitgaven en geeft ook een beter inzicht in de daadwerkelijke vermogenspositie. Dit is belangrijke informatie voor het gesprek met interne en externe stakeholders over de continuïteit van de schoolorganisatie.
  • Het zondermeer direct invoeren van deze werkwijze is echter onverantwoord. Daarom pleitte deze commissie voor:
    – Voldoende voorbereidingstijd voor schoolbesturen. In dit kader werd een invoering per 1-1-2023 voorgesteld;
    – Meer helderheid over verantwoordelijkheden huisvesting schoolbesturen en gemeenten; 
    – Eenduidige definitie van groot onderhoud, zodat voor een ieder duidelijk voor welke uitgaven je een voorziening kan vormen;
    – Een ondersteuningsaanbod van schoolbesturen.

Regeling jaarverslaglegging onderwijs (RJO)
OCW heeft de adviezen van de werkgroep overgenomen en heeft naar aanleiding hiervan in de Regeling jaarverslaglegging onderwijs (RJO) vastgelegd dat schoolbesturen als overgangsperiode tot en met 2022 de voorziening Groot onderhoud kunnen waarderen op de wijze zoals ze dat in 2021 hebben gedaan. 

De Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) had aangegeven dat zij rond de zomer van 2021 zouden komen met een definitie van groot onderhoud. De concept-definitie is echter pas rond de Kerst 2021 gecommuniceerd. Helaas geeft deze definitie nog veel ruimte voor interpretaties, en daarbij lijkt de voorgestelde definitie voor groot onderhoud behoorlijk af te wijken van de tot nu toe gangbare interpretaties van groot onderhoud in het funderend onderwijs, waaronder het eerder genoemde advies van de werkgroep van Van Ham. Ook lijkt er onvoldoende rekening gehouden met sectorspecifieke kenmerken, zoals het gegeven dat het economisch claimrecht van het gebouw bij de gemeente ligt en niet bij het schoolbestuur. 

PO-Raad verwacht een jaar uitstel
De PO-Raad verwacht dat de aanpassing van het verwerken van het groot onderhoud in de jaarcijfers een jaar wordt uitgesteld. Als helemaal duidelijk is hoe de voorziening Groot onderhoud verwerkt moet worden in de jaarcijfers zorgen PO-Raad en de VO-raad dat er extra ondersteuning komt voor schoolorganisaties. 

Bron: PO-Raad