Beschikkingen onderwijsachterstandenbeleid 2022-2023 vertraagd

Door omstandigheden is de aanvullende bekostiging voor onderwijsachterstanden en schoolmaatschappelijk werk vertraagd. Dit meldt het ministerie van OCW. De beschikkingen voor het schooljaar 2022-2023 worden in mei in plaats van april verzonden.

De onderliggende achterstandsscores op basis van de CBS-indicator, het bedrag per eenheid achterstandspunt en het bedrag per leerling voor schoolmaatschappelijk werk, zijn wel eerder bekend. 

Scholen en schoolbesturen kunnen de volgende data aanhouden:

  • Op 28 maart publiceert het CBS per vestiging de achterstandsscores op hun website.
  • Begin april wordt in de Staatscourant de Regeling bekostiging personeel PO 2022–2023 en vaststelling bedragen voor ondersteuning van leerlingen in het PO en VO 2022–2023 gepubliceerd met daarin het bedrag per eenheid achterstandspunt (artikel 4) en het bedrag per leerling voor schoolmaatschappelijk werk (artikel 21). 
  • Op 15 april ontvangen schoolbesturen van DUO de beschikking voor de reguliere bekostiging voor schooljaar 2022-2023, zonder de onderwerpen onderwijsachterstanden en schoolmaatschappelijk werk. 
  • Op 20 mei ontvangen schoolbesturen van DUO de beschikkingen voor de bekostiging voor onderwijsachterstanden en schoolmaatschappelijk werk.

Bron: PO-Raad

NPO wordt verlengd

De looptijd van het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) wordt met twee jaar verlengd. Dat maakt Onderwijsminister Wiersma vandaag bekend. Het basisbedrag per leerling in het primair onderwijs zal in het tweede jaar van het NPO lager liggen dan in het eerste jaar. Met zijn besluit te verlengen onderkent de minister dat de looptijd van het NPO te kort was. Overigens zijn er geen extra middelen beschikbaar voor dit programma; er is alleen meer tijd om die middelen in te zetten.  Pas in het voorjaar wordt duidelijk welk bedrag elke school precies krijgt. Te laat, vindt de PO-Raad: het moet voor scholen snel duidelijk worden hoeveel geld zij krijgen om hun plannen te kunnen bijstellen. 

De PO-Raad waarschuwt dat het urgent blijft snel structurele plannen en bijbehorende middelen beschikbaar te maken. Het coalitieakkoord biedt daarvoor de nodige aanknopingspunten. Voor nu is het essentieel dat scholen op zo kort mogelijke termijn duidelijkheid krijgen over het exacte NPO-bedrag. 

Minister Wiersma ziet dat de uitdaging waar scholen voor staan heel groot is. In een doorlopende coronacrisissituatie met personeelstekorten komen scholen vaak niet toe aan de uitvoering van hun NPO-plannen. Sterker: ze moeten hard werken om nieuwe achterstanden te voorkomen. Daarom neemt hij drie besluiten: 

De looptijd 
De looptijd van het NPO wordt verlengd met twee schooljaren. Scholen ontvangen middelen voor schooljaar 2022/2023 en kunnen die tot en met 2024/2025 besteden aan de interventies op de menukaart. Met de verlenging komt er ook twee jaar langer ondersteuning voor scholen bij de uitvoering van het programma én wordt het NPO twee jaar langer gemonitord. De PO-Raad vindt het een wijs besluit dat de minister kiest voor langere monitoring van het NPO, maar dat mag geen reden worden om het masterplan, met structurele investeringen, op de lange baan te schuiven. De PO-Raad had daarom liever gezien dat het NPO maar met één jaar wordt verlengd zodat de sector snel aan de slag kan met structurele plannen. 

De middelen 
De verdeling van de middelen wordt aangepast. Dit schooljaar is het basisbedrag per leerling in het po gelijk aan dat van het vo. Volgend schooljaar krijgt het vo meer geld per leerling. De minister legt uit dat hij dit nodig vindt omdat uit de eerste voortgangsrapportage bleek dat de gemiddelde leervertraging in de onderbouw van het vo groter is dan in het po. Het vo kan volgend jaar rekenen op zo’n € 820 per leerling. Het basisbedrag voor het po wordt € 500. Scholen in het speciaal basisonderwijs krijgen 1,5 keer dat basisbedrag en (v)so-scholen 2 keer. Dit schooljaar ontvingen scholen in het po € 700 per leerling. Eerder werd al bekend dat scholen minimaal € 500 zouden krijgen. Hoewel we hoopten op een meer, blijft het nu bij dit bedrag. Omdat scholen in het vo meer krijgen dan scholen in het po zullen de schoolprogramma’s in het schooljaar 2022-2023 minder ambitieus zijn dan het afgelopen schooljaar. De PO-Raad vraagt aandacht bij het ministerie van OCW voor het feit dat de bedragen die scholen krijgen voor het inlopen van de leervertraging omlaag gaan, maar dat de doelstellingen van het NPO hetzelfde blijven.  
Scholen horen in het voorjaar welk bedrag ze exact krijgen op basis van de telling van 1 oktober 2021. De PO-Raad vindt het voorjaar te laat voor duidelijkheid over de exacte bekostiging voor het tweede NPO-jaar: van scholen wordt nu verwacht hun schoolprogramma bij te stellen. Daarboven is aangekondigd dat de NPO-bekostiging niet wordt geïndexeerd per 2022. Concreet betekent dit dat scholen erop achteruit gaan, al is er nog onduidelijkheid over het bedrag dat scholen krijgen per achterstandsscore. Overigens rept het coalitieakkoord over een eenmalige bezuiniging van €230 miljoen. Wiersma laat nu weten dat dit bedrag op andere wijze wordt gedekt. 

De toekomst 
Het NPO kan soepel overvloeien in de maatregelen uit het coalitieakkoord. De regering wil structureel investeren in goede leraren en schoolleiders, het vergroten van de kansengelijkheid en de kwaliteit van het onderwijs. Daarvoor komt onder meer een Masterplan basisvaardigheden met structurele investeringen. Zowel het NPO als het Masterplan maken gebruik van effectieve interventies en daardoor, stelt de minister, kunnen die soepel in elkaar overlopen. 

Bron: PO-Raad